Is de zelfrijdende auto van Google wel echt zo veilig?
Gepubliceerd:Wat ontwikkelt zich sneller: de computer of de auto? Volgens Carlo van de Weijer, Director Smart Mobility bij de Eindhoven University of Technology ligt het antwoord op het snijvlak: de auto wordt een computer, de bestuurder wordt deeltijdpassagier. En dat maakt de weg voor zelfrijdende auto’s als die van Google. Maar of we daar alleen maar blij mee moeten zijn is de vraag. Vandaag reeks 4 in een vijfdelige blogserie over disruptie in mobiliteit.
In mijn eerste auto, een Peugeot 404 uit 1965 lopen 9 gekleurde draden vanuit het dashboard naar voren, en 5 naar achter. Allemaal goed herkenbaar en herstelbaar, zelfs voor een werktuigbouwkundige. Haar achter-achter-kleinkind de Peugeot 508 bevat honderd miljoen software regels. De auto wordt steeds meer een computer op wielen. Dat heeft gevolgen voor iedereen die in de mobiliteitssector werkzaam is.
Een voorbeeld van computer op vier wielen is de zelfrijdende automobiel. Prachtig pleonasme, wetende dat automobiel “zelfrijder” betekent. En zelfrijdende functies komen snel, daar ben ik van overtuigd. In de file en op de snelweg ga ik liever werken. Maar een volledig autonome auto zoals Google hem voorstelt is voorlopig nog geen alternatief voor ons alledaags vervoer. Daar kleven immers nog wat juridische, technische en vooral ook imagoproblemen aan.
Zelfrijdende auto van Google is de kluns van de weg
Dat imagoprobleem wordt mijns inziens vooral veroorzaakt door het feit dat autonome auto’s zich per definitie aan de wet houden, en dat ze een hoge veiligheidsmarge naar ander verkeer hanteren. Dat is op zich een goed punt voor de veiligheid, al is de verdere verbetering ten opzichte van de toch al steeds veiligere auto marginaal. Maar werkt het ook in de praktijk?
Ik zit zelf wel eens achter een auto die zich constant volledig aan de wet houdt, maar daar word ik niet heel erg gelukkig van. In veel situaties op de weg is het ook beter dat we wat flexibel met de wet omgaan. Anders durven we op de Amsterdamse gracht geen wandelaar in te halen, blijven we kilometers achter een fietser of tractor rijden als er een doorgetrokken streep op de weg staat en gaan we al zeker niet op de vluchtstrook voorsorteren bij een vollopende afslag van de snelweg, zoals je vaak in de praktijk ziet. En zo zijn er nog 100 voorbeelden die een autonome auto een beetje het klunsje van de weg maakt. Een kluns die bovendien een enorme ruimte en tijdbeslag op zijn omgeving heeft.
De effectiviteit van stiptheidsacties die bonden hanteren om bedrijven op de knieën te krijgen hebben het al aangetoond: regels zijn er vooral niet om volledig op te volgen, wij leven bij de gratie van de ruime interpretatie. Sorry Google, maar ik denk dat de Googlecar zichzelf uiteindelijk wel eens naast de Googleglass kan gaan parkeren.